We vierden samen 25 jaar traditie!
Het was middernacht. De laatste drank werd gedronken. De laatste borstels keerden het bordes. De laatste spullen werden uit het gebouw gedragen en in de wagens geladen. Er werd niet veel gezegd. Er werd vooral stil gelachen en als er iets gezegd werd, waren het kleine woorden.
Woorden als ‘hèhè’, ‘ziezo’, ‘nem’ en ‘hmm’. Eén van die woorden was ‘Oef’. ‘Oef’ met een glimlach, want het feest was gelukt.
Nee, dat is het woord niet. Het feest was niet alleen gelukt. Het was een fan-tas-tisch feest. Eén uit de duizend. Eigenlijk zijn er geen woorden voor. ‘Oef’ volstaat. ‘Ziezo. Hèhè. Hmm.’
Op zo’n moment vraag ik me af waar al die kleine woorden vandaan komen? Ze worden gecatalogiseerd als spreektaal in onze woordenboeken, maar toch gebruiken we ze vaker dan vaak. Uit nieuwsgierigheid bladerde ik wat in de lijst van vergeten woorden op de onvolprezen website taaldacht.nl en ik stuitte op het bestaan van een zelfstandig naamwoord ‘oef’ (of ‘oeve’) en op het werkwoord ‘oeven’. ‘Oeve’ of ‘oef’ betekent ‘hoogtijd’, ‘viering’, ‘festiviteit’, ‘feest’ en het werkwoord ‘oeven’ betekent ‘uitvoeren’, ‘verrichten’, ‘bedrijven’, ‘zich toeleggen op’, maar ook ‘bearbeiden’, ‘bewerken’, ‘bebouwen’ zoals in ‘het land oeven’. Het betekent ook ‘eer bewijzen’, ‘vereren’, ‘aanbidden’, ‘vieren’, zoals in ‘de Goden oeven’. Het betekent nog meer. Zoals ‘in beweging brengen’, ‘aandrijven’. De laatste door Taaldacht aangegeven betekenis zou ‘tergen’, ‘kwellen’ en ‘kwaad doen’ zijn. Daarvoor brengt de site het Drentse woord ‘euven’ aan. Vindt het meer courante woord ‘euvel’ daar zijn oorsprong? We laten deze laatste betekenis even voor wat die is en concentreren ons op de eerste betekenissen. ‘Oef’ betekent ‘feest’ en ‘viering’!? Oef, dat treft!
Ik heb ook eens opgezocht waar het woord ‘viering’ vandaan komt. Het zou afkomstig zijn van het Latijnse werkwoord ‘feriari’. In het Duitse woord ‘feiern’ zie je maar al te duidelijk dat dit zo is. ‘Feriari’ betekent letterlijk ‘stilleggen’, zoals in ‘de werken stil leggen’. Om te kunnen feesten moet je de werken stil leggen. Logisch toch? Dit vloekt dan toch met enkele voorname betekenissen van ‘oeven’: ‘verrichten’, ‘bewerken’, ‘in beweging brengen’… En toch zijn ‘oef’ en ‘viering’ synoniemen? Er wordt dus ‘iets stilgelegd’ en ‘iets in beweging gebracht’? In het besef dat taal niet vrijblijvend is en sacraal mag geduid worden – dit heb ik wel geleerd in Traditie, moet ik toegeven – greep ik naar Mircea Eliade en zijn onvolprezen werk ‘Het profane en het sacrale’ en las daar dat tijdens religieuze feesten en vieringen veelal dezelfde handelingen worden uitgevoerd als in het profane leven maar met meer aandacht en preciezer. Op deze bijzondere wijze worden ritueel handelingen gesteld zoals ze werden aangeleerd door de Goden en dat is de sleutel om de Goddelijke tijd binnen te treden en de wereld te hernieuwen. Zo bestond er onder meer in onze streken zoiets als ‘ritueel ploegen’ en bestaat er nog tot op de dag van vandaag het theeceremonieel in traditioneel Japan.
Nee, geploegd hebben we niet, maar door iedereen werd er wel vol aandacht gezwoegd en meegewerkt om het feest te doen slagen. Een theeceremonieel was er ook niet bij. Eerder heel uitvoerige mede- en bierrituelen. En dansen was er natuurlijk ook bij. En zang. En er werd gesproken. En er werd geluisterd – vol aandacht – naar elkaar. Tot de zon onder ging en het licht uit. Maar het licht en de zon vonden wel een weg naar het hart en vulden ons. Niet alleen in de twee vuurrituelen aan het begin en aan het einde van het feest.
‘Oef!’ zei ik en al mijmerend liep ik achteruit weg van het bordes, weg van het tafereel van die stille bewegers. Ik zwaaide, maar niemand zag me weggaan. Het was goed zo. Ik was niet moe. Ik voelde rust. Ik voelde een volheid in me. Ik was geladen. Nee niet alleen met bier, maar met stille aandacht en zachte bewegingen en warme energie. Ik was gevierd. Iedereen was gevierd. Zoals teugels gevierd zijn: ontspannen, ontvankelijk. Ruiters weten dat het vieren van de teugels niet leidt tot verslapping van het contact tussen paard en ruiter, maar tot een grotere eenheid, harmonie en aandacht. Het is een beloning. Nieuwe energie stroomt je lichaam binnen. Je creëert een grotere eenheid met jezelf, je paard en je omgeving. Je bent klaar voor een volgende rit. Je bent stil in beweging. In je stroomt de levensenergie. Is het dat ook niet wat yoga doet? Is het dat ook niet wat elke religie beoogt. Is het dat niet wat het betekent één te worden met de Goden?
Tekst: Johan De Vriendt
Geniet van nog meer feestfoto´s op Facebook